Processus styloideus ulnae

Processus styloides ulnae
Processus styloideus ulnae
Bot
De botten van de linker onderarm van ventraal, met links (mediaal) de ulna en rechts (lateraal) de radius. De processus styloides is zichtbaar aan de ellepijpszijde, linksonder in het plaatje.
Synoniemen
Latijn processus styloides ulnae[1][2][3]
Oudgrieks γρᾰφοειδής ἀπόφυσις[4]
Nederlands stijlvormig uitsteeksel[5]
Naslagwerken
Gray's Anatomy 52,218
Dorlands/Elsevier p_34/12667674
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De processus styloideus ulnae[6] is het botvormig uitsteeksel aan het distale uiteinde van de ellepijp. Het is gelegen aan de mediale en dorsale zijde van de ulna. Het vormt het aanhechtingspunt van het ligamentum collaterale carpi ulnae van het polsgewricht.

In de overgang tussen de kop van de ellepijp en de processus styloides ulnae zit een impressie ("indeuking") waar de apex ("top") van de discus articularis articuli radiulnaris distalis, de distale gewrichtsschijf tussen spaakbeen en ellepijp, aanhecht. Aan de achterzijde zit tevens een groeve waarin de pees van de musculus extensor carpi ulnaris gelegen is.

Soms fuseert de processus styloides ulnae niet met de rest van de ulna. Het extra botje dat dan aanwezig is, het zogenaamde os ulnostyloideum, wordt tot de accessoire handwortelbeentjes gerekend. Het wordt dan soms onterecht voor avulsiefractuur van de processus styloides van de ellepijp aangezien.[7] Ook het accessoire handwortelbeentje os triquetrum secundarium kent een nauwe relatie met de processus styloides ulnae. Onderscheid tussen dit botje en een avulsiefractuur van de processus styloides is vaak lastig.[7][8]

Distale radiusfracturen, met name diegene waarvan de breuklijn intra-articulair (in het polsgewricht) loopt, gaan vaak gepaard met een avulsiefractuur van de processus styloides ulnae.[9][10] Een geïsoleerde fractuur van de processus styloides ulnae is zeldzaam.[11] Na een fractuur van de processus styloides ulnae treedt vaak herstel in de vorm van pseudartrose op.[9]

Literatuurverwijzingen
  1. Bardeleben, K. von (1892). I. Anatomie (einschliesslich der Zellen- und Gewebelehre, sowie der Entwickulungsgeschichte). In S. Guttman (Red.), Jahrbuch der Practischen Medicin (pp. 1-34). Stuttgart: Verlag von Ferdinand Enke.
  2. Kopsch, F. (1941). Die Nomina anatomica des Jahres 1895 (B.N.A.) nach der Buchstabenreihe geordnet und gegenübergestellt den Nomina anatomica des Jahres 1935 (I.N.A.) (3. Aufgabe). Leipzig: Georg Thieme Verlag.
  3. Broek, A.J.P. van den, Boeke, J & Barge, J.A.J (1954). Leerboek der beschrijvende ontleedkunde van de mens. Deel I. Geschiedenis der ontleedkunde, bewegingsorganen, vaatstelsel (8ste druk). Utrecht: N.V. A. Oosthoek’s Uitgeverij Mij.
  4. Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon. revised and augmented throughout by Sir Henry Stuart Jones. with the assistance of. Roderick McKenzie. Oxford: Clarendon Press.
  5. Reys, J.H.O. & Reys, A.M. (1978). Beginselen der anatomie van het bewegingsapparaat. (8ste druk). Zutphen: B.V. W.J. Thieme & Cie.
  6. Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
  7. a b T.E. Keats, M.W. Anderson. Atlas of normal roentgen variants that may simulate disease. 7th edition, Mosby Inc. 2001, ISBN 0323013228
  8. R. O'Rahilly. A survey of carpal and tarsal anomalies. J Bone Joint Surg Am. 1953; 35: 626-642
  9. a b R. Langenberg. Der Abbruch des Processus styloideus ulnae - sein Einfluss auf die Handgelenkfunktion bei distalen Radiusfrakturen. Zentralbl Chir 1989; 114: 1006- 1011
  10. G. Cannata, F. De Maio, F. Mancini, E. Ippolito. Physeal fractures of the distal radius and ulna: long-term prognosis. J Orthop Trauma. 2003; 17: 172-179
  11. S.D. Stansberry, L.E. Swischuk, J.L Swischuk, T.A. Midgett. Significance of ulnar styloid fractures in childhood. Pediatr Emerg Care. 1990; 6: 99-103