Hoogstift

Een hoogstift of Prinsbisdom, (Duits: Hochstift), is een term uit het Heilige Roomse Rijk waarmee tot in 1803 een bisdom aangeduid werd, waarin de prins-bisschop als soeverein vorst ook de wereldlijke macht uitoefende. Destijds werd overigens ook gewoon van stift gesproken. Hoogstiften waren Rijksstanden, dus met een zetel en een stem in de Rijksdag.

De Nederlanden kenden twee hoogstiften, Sticht Utrecht van 1024 tot 1528, en Prinsbisdom Luik.[noot 1]

Noot
  1. Kamerijk wordt in sommige literatuur ook als prinsbisdom aangemerkt, wat niet juist is. Het was wel een bisdom, maar heeft nooit een zetel in de Rijksdag verworven.