Eerste Kamerverkiezingen 1974

Eerste Kamerverkiezingen 1974
Datum 3 juli 1974
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 75
(37 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
← 1971     1977 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Eerste Kamerverkiezingen van 1974 waren reguliere Nederlandse verkiezingen voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 3 juli 1974.

Bij deze verkiezingen kozen de leden van de Provinciale Staten in de kiesgroepen[1] I en III - die op 27 maart 1974 bij de Statenverkiezingen gekozen waren - 38 nieuwe leden van de Eerste Kamer.

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Partij Zetels Verschil Zetelverdeling naar kiesgroep[1]
1971 1974 I[2] II[3][4] III[5] IV[6][4]
Partij van de Arbeid 18 21 +3   5 (+2) 5 6 (+1) 5
Katholieke Volkspartij 22 16 -6  7 (-5) 4 2 (-1) 3
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie  8 12 +4   4 (+2) 2 4 (+2) 2
Christelijk-Historische Unie  7  7 0 1 3 1 2
Anti-Revolutionaire Partij  7  6 -1  1 2 1 (-1) 2
Politieke Partij Radikalen  2  4 +2   2 (+1) 1 1 (+1) 0
Communistische Partij van Nederland  3  4 +1   0 1 2 (+1) 1
Democraten 66  6  3 -3  0 (-1) 1 0 (-2) 2
Staatkundig Gereformeerde Partij  1  1 0 0 0 0 1
Boerenpartij  0  1 +1   1 (+1) 0 0 0
Pacifistisch Socialistische Partij  1  0 -1  0 0 0 (-1) 0
Totaal 75 75 0 21 19 17 18

Gekozenen

Bij deze verkiezingen waren 38 leden aftredend, van wie 26 herkozen werden.

Bronnen

  • NRC Handelsblad, 3 juli 1974
  • Leeuwarder Courant, 3 juli 1974
  • Zetelverdeling in de Eerste Kamer 1917-nu op www.nlverkiezingen.com

Noten

  1. a b Zie Eerste Kamerverkiezingen voor een nadere toelichting.
  2. Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
  3. Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland
  4. a b In deze kiesgroep werden geen verkiezingen gehouden.
  5. Friesland, Noord-Holland
  6. Zuid-Holland
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Eerste Kamerverkiezingen

*1850 · 1853 · 1856 · 1859 · 1862 · 1865 · 1868 · 1871 · 1874 · 1877 · 1880 · 1883 · *1884 · 1887 (I) · *1887 (II) · *1888 · 1890 · 1893 · 1896 · 1899 · 1902 · *1904 · 1907 · 1910 · 1913 · 1916 · *1917 · 1919 · *1922 · *1923 · 1926 · 1929 · 1932 · 1935 · *1937 · *1946 · *1948 · 1951 · *1952 · 1955 · *1956 (I) · *1956 (II) · 1960 · *1963 · 1966 · 1969 · *1971 · 1974 · 1977 · 1980 · *1981 · *1983 · *1986 · 1987 · 1991 · 1995 · 1999 · 2003 · 2007 · 2011 · 2015 · 2019 · 2023
* algemene verkiezingen in verband met vervroegde ontbinding van de Eerste Kamer
vanaf 1987 bedraagt de vaste zittingstermijn van de Eerste Kamer vier jaar