De jood in de doornstruik

De jood in de doornstruik of De jood in de doornhaag is een sprookje dat werd genoteerd door de gebroeders Grimm voor Kinder- und Hausmärchen met volgnummer KHM110. De oorspronkelijke naam is Der Jude im Dorn.

Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een knecht werkt hard en opgewekt voor zijn meester en de rijke man geeft hem na een jaar geen loon, zodat hij langer blijft. De knecht klaagt niet en zo gaat dit drie jaren, waarna hij toch om zijn loon vraagt. De knecht krijgt drie centen van de vrek en denkt een kapitaal te hebben. Hij loopt over bergen en door dalen en komt een klein mannetje tegen bij een struik. Deze vraagt waar de vrolijke Frans heen gaat, hij ziet dat hij niet gebukt gaat onder zorgen. De man vertelt dat hij drie centen als loon heeft gekregen voor drie jaren harde arbeid en het mannetje zegt dan dat hij arm is. Hij wil de drie centen en krijgt deze ook, waarna hij vertelt voor elke cent een wens in vervulling te laten gaan.

De knecht wenst een jachtgeweer waarmee alles raak geschoten wordt en een fiedel die iedereen aan het dansen maakt. Als derde wenst hij dat niemand een verzoek van hem kan weigeren en het mannetje pakt de spullen en geeft ze aan de knecht. De knecht ontmoet een jood met een lange geitenbaard en deze luistert naar een vogel, hij wil het dier vangen en de knecht schiet het dier neer. Het valt in de doornhaag en de jood wil hem pakken, maar dan begint de knecht te spelen. De jood moet dansen en raakt gewond in de scherpe dorens. Hij biedt goud als de knecht ophoudt met spelen en de jood kijkt hem na. Pas als de knecht uit zicht verdwenen is, scheldt de jood hem na en gaat naar de rechter in de stad. Hij vertelt dat hij beroofd en mishandeld is en de knecht wordt opgepakt.

De knecht zegt dat hij de jood niet heeft aangeraakt en het geld niet heeft afgepakt, maar dat hij dit vrijwillig heeft gegeven om hem te laten stoppen met zijn muziek. De jood zegt dat hij liegt en ook de rechter gelooft hem niet, waarna de knecht tot de galg veroordeeld wordt. Dan vraagt hij de rechter om nog eenmaal zijn muziek te mogen spelen en de viool wordt gehaald. Iedereen danst en springt en de rechter en de jood het hardst. De rechter zegt dat de man zal blijven leven, als hij stopt met spelen, en de knecht laat de jood zijn leugen bekennen. De jood bekent dat hij het geld gestolen had. De jood wordt als dief opgehangen.

Achtergronden

Christenen en Joden in Duitsland. De Joden (rechts) dragen de voor Joden verplichte Jodenhoed (15e eeuw).
Joodse man in Worms met het voor Joden verplichte gele teken, de jodenring op zijn mantel. Hij draagt een zak met geld en knoflookstrengen - symbolen die vaak gebruikt werden bij de afbeelding van Joden (16e eeuw).
Wikisource
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Het vroolijke sprookje van den kleinen Frits met zijne viool op Wikisource.
Bronnen, noten en/of referenties
  • Grimm, Volledige uitgave
· · Sjabloon bewerken
  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  
A:Assepoester · De anjer · De arme en de rijke · De arme jongen in het graf · De arme molenaarsknecht en het katje · Het aardmanneke ·
B:Berenpels · Bontepels · Broertje en zusje · Bruidskeuze · De bijenkoningin · De boden van de dood · De boer en de duivel · De Bremer stadsmuzikanten · De broodkruimels op de tafel · De bruiloft van vrouw Vos · De dood als peet · Het blauwe licht · Het boerke · Het boerke in de hemel · Het boshuis ·
D:De dood van het hennetje · De dorsvlegel uit de hemel · De drie broers · De drie gelukskinderen · De drie handwerksgezellen · De drie heelmeesters · De drie luiaards · De drie mannetjes in het bos · De drie slangenbladeren · De drie spinsters · De drie talen · De drie veren · De drie vogeltjes · De drie zwarte prinsessen · De duivel en zijn grootmoeder · De duivel met de drie gouden haren · De duur van het leven · Dokter Weetal · Doornroosje · Duimendik · Duimpje de wereld in · Het dappere snijdertje · Het doodshemdje ·
E:Eenoogje, tweeoogje en drieoogje · Eva's ongelijke kinderen · Het eigenzinnige kind · Het ezeltje ·
F:Frieder en Katherliesje ·
G:De ganzenhoedster · De ganzenhoedster aan de bron · De gauwdief en zijn meester · De geest in de fles · De geschenken van het kleine volkje · De gestolen duit · De glazen doodskist · De goede ruil · De gouden gans · De gouden sleutel · De gouden vogel · De goudkinderen · De Grafheuvel · De groente-ezel · Gelukkige Hans · Het gedierte van de Heer en de Duivel · Het gespuis ·
H:De haas en de egel · De hanenbalk · De hazelaar · De heldere zon brengt het aan het licht · De hemelse bruiloft · De hoefnagel · De hond en de mus · De huishouding · Hans en Grietje · Hans viert bruiloft · Hans-mijn-egel · Hazekebruid · Het herdersjongetje · Het huishouden van kat en muis ·
I:De ijzeren kachel · IJzeren Hans ·
J:De jonge reus · De jood in de doornstruik · Jonkvrouw Maleen · Jorinde en Joringel ·
K:De kabouters · De kikkerkoning · De kleermaker in de hemel · De koning van de gouden berg · De koningszoon die nergens bang voor was · De korenaar · De kristallen bol · Het kind van Maria · Klitten · Klosje, schietspoel en naald · Knappe Elsje · Knoest en zijn drie zonen · Koning Lijsterbaard ·
L:De laarzen van buffelleer · De luie spinster · Het lammetje en het visje · Het leugensprookje uit Ditmar · Lief en leed samen delen · Luie Hein · Luisje en Vlootje ·
M:De maan · De meesterdief · De mus en zijn vier kinderen · Het mannetje dat jong gegloeid werd · Het meisje zonder handen · Het meiske van Brakel · Het mooie Katrinelletje en Pief Paf Poltrie · Magere Liesje · Meester Priem · Meneer Korbes · Met z'n zessen de hele wereld rond ·
O:De ondankbare zoon · De oude bedelares · De oude grootvader en zijn kleinzoon · De oude Hildebrand · De oude Rinkrank · De oude Sultan · De oude vrouw in het bos · Op reis gaan ·
P:De peetoom ·
R:De raaf · De raap · De ransel, het hoedje en het hoorntje · De rattenvanger van Hamelen · De reus en de kleermaker · De roerdomp en de hop · De roetzwarte broer van de duivel · De roversbruidegom · Het raadsel · Raadselsprookje · Raponsje · Repelsteeltje · Roodkapje ·
S:De schol · De schrandere knecht · De sterrendaalders · De stukgedanste schoentjes · Het snuggere snijdertje · Het sprookje van Luilekkerland · Simeliberg · Slangensprookje · Slimme Grietje · Slimme Hans · Sneeuwwitje · Sneeuwwitje en Rozerood · Speelhans · Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen · Sterke Hans · Strohalm, kooltje vuur en boontje ·
T:De trommelslager · De trouwe Johannes · De twaalf broeders · De twaalf jagers · De twaalf luie knechten · De twee gebroeders · De twee koningskinderen · De twee reisgezellen · Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak · Trouwe Ferdinand en Ontrouwe Ferdinand ·
U:De uil ·
V:De verstandige boerendochter · De verstandige lieden · De vier kunstvaardige broers · De volleerde jager · De vos en de ganzen · De vos en de kat · De vos en de moeder van zijn petekind · De vos en het paard · Van de visser en zijn vrouw · Van de wachtelboom · Van het muisje, het vogeltje en de braadworst · Vleerkens vogel · Vogel Grijp · Vondevogel · Vrijer Roland · Vrolijke Frans · Vrouw Holle · Vrouw Trui ·
W:De ware bruid · De waternimf · De waternimf in de vijver · De witte slang · De witte en de zwarte bruid · De wolf en de mens · De wolf en de vos · De wolf en de zeven geitjes · De wonderlijke speelman · Het water des levens · Het winterkoninkje · Het winterkoninkje en de beer ·
Z:De zes dienaren · De zes zwanen · De zeven Zwaben · De zeven raven · De zingende springende leeuwerik · De zoete pap · Het zingende botje ·