Conidiofoor

Een conidiofoor of conidiëndrager zit aan het uiteinde van een gespecialiseerde schimmeldraad van zakjeszwammen. Op de conidiofoor worden conidiën gevormd, die voor de ongeslachtelijke voortplanting van de schimmel zorgen.

Een coremium of synnema bestaat uit verscheidene gefuseerde conidioforen en komt onder andere voor bij de Doratomyces.

Conidiën worden ook wel mitosporen genoemd, omdat ze ontstaan door mitotische celdelingen. De conidiën worden in de regel aangemaakt door speciale als conidiogeen of fialide aangeduide cellen op de conidioforen. Onder de fialide zit bij sommige Aspergillus- en Penicillium-soorten een steriele cel, de metula genoemd. Bij Aspergillus-soorten is de top van de conidiofoor bolvormig verdikt en wordt een vesikel genoemd. Afhankelijk van de schimmelsoort kunnen de sporen door de wind, door water of door dieren verspreid worden.

  • Conidiofoor van een Penicillium-soort
    Conidiofoor van een Penicillium-soort
  • Conidiofoor van Aspergillus fumigatus
    Conidiofoor van Aspergillus fumigatus
  • Conidiofoor van een Penicillium-soort
    Conidiofoor van een Penicillium-soort
  • Conidiëndragers van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) op paprika
    Conidiëndragers van grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) op paprika
  • Conidioforen van Cladosporium sp.
    Conidioforen van Cladosporium sp.
  • Conidiofoor van Hyaloperonospora parasitica met verscheidene conidiën
    Conidiofoor van Hyaloperonospora parasitica met verscheidene conidiën
  • Conidiofoor van Trichoderma fertile
    Conidiofoor van Trichoderma fertile
  • Conidiofoor van Trichoderma harzianum
    Conidiofoor van Trichoderma harzianum
  • Coremium met conidia van Ophiostoma ulmi. 2 =dwarsdoorsnede
    Coremium met conidia van Ophiostoma ulmi. 2 =dwarsdoorsnede
  • Coremium van: A Arthrosporium albicans, B Atractium flammeum, C Graphium stilboideum, D Graphium eumorphum (bovenste deel van coremium), E Sporocybe byssoides, F Conidiëndragende hyfen van Sporocybe byssoides (sterk vergroot).
    Coremium van: A Arthrosporium albicans, B Atractium flammeum, C Graphium stilboideum, D Graphium eumorphum (bovenste deel van coremium), E Sporocybe byssoides, F Conidiëndragende hyfen van Sporocybe byssoides (sterk vergroot).
· · Sjabloon bewerken
Beschrijvende mycologie: terminologie voor schimmels
Algemeen:dikaryofase · dikaryon · context · haustorium · heksenkring · hoed · hygrofaan · hymenium · hymenofoor · lamel · mazaedium · mycorrhiza · paddenstoel · parafyse · peridium · rizomorf · schimmeldraad · septum · sporangiofoor · sporangium · spore · trama · zoöspore · zwamvlok · zygospore
Ascomyceten:anamorf · apothecium · ascogonium · gymnothecium · pseudothecium · sporocyst · ascospore · cleistothecium · conidiofoor · conidium · fialide · holomorf · perithecium · pycnidium · sporenzakje · stroma · teleomorf
Basidiomyceten:annulus · basidie · basidiospore · beurs · buisjes · cystidium · gordijn · sporenafdruk · steel· sterigma · velum · velum partiale · velum universale
Oomyceten, waterschimmels:chlamydospore · oöspore ·
Pucciniales, roesten:aeciospore · aecium · appressorium · spermogonium · teliospore · telium · urediniospore · uredinium